Op water en brood
OP WATER EN BROOD
(J. Verminnen)
Traag lekt het water uit de kraan
het mag zijn weg toch vrijuit gaan
langs de riolen naar de zee
kon je maar met die druppels mee
Jij zit en staart naar het plafond
als in jouw cel de avond komt
de perslui waren weer eens groots
in hun beschrijving van de moord
zij zijn de beul, jij bent het beest
sensatie vierde weer eens feest
Die onervaren advocaat
heeft over jou zo mooi gepraat
over je ongeluk, je jeugd
een vader die nooit heeft gedeugd
Je zeven stielen enzovoort
de jury heeft hem stil aanhoord
nu hoor je stemmen in je hoofd
hun kreten zijn dof en gesmoord
en je vriendin slecht opgemaakt
weet ook geen antwoord op de vraag
Traag lekt het water uit de kraan
het mag zijn weg toch vrijuit gaan
langs de riolen naar de zee
kon je maar met die druppels mee
Traag lekt het water uit de kraan