Stamcafé
STAMCAFE
(J. Verminnen)
Ik lach hier wel wat af
ik plak hier aan de toog
ik ben van binnen nat, ik blijf van buiten droog
’t is hier zo sympathiek, madame en haar fiziek
jaja, haar decoltee, heeft de natuur ook mee
ik neurie zorgeloos, het liedje ‘hopeloos’
ik speel op de tiercé, ook al valt dat nooit mee
zeven grote stella’s, dus zeven keer santé
alle dagen ’t zelfde, maar ik vind dat best okee
REFREIN
oh, ja de parking vol
en pinten met ne kol
en alle dagen volk
in ’t stamcafé (bis)
We lullen hier wat af
het loopt hier uit de hand
alles even straf, de moppen aangebrand
in de hemel is geen bier, dus wij blijven hier
’t leven is een soep en een grote troep
geen voetbal op teevee, dus liever op café
de crisis drinkt ook mee in onze portemonnee
aan politiek en sport is er hier geen tekort
en van dat gezever krijg ik toch zo ’n grote dorst
De wereld gaat failliet
de wereld gaat teniet
maar ik maak me niet ziek, want dat verandert niets
ik vul de lotto in en hoop maar dat ik win
geef mij maar een miljoen, ik zou wel weten wat te doen
ik neurie zorgeloos, het liedje ‘hopeloos’
ik speel op de tiercé, misschien valt het ooit mee
zeven grote stella’s, dus zeven keer santé
alle dagen ’t zelfde, maar dat vind ik best okee