Verloren door de straten
VERLOREN DOOR DE STRATEN
(J. Verminnen)
Ik loop verloren door de straten
van een stad die ik bemin
die geen tijd heeft voor ontwaken
zonder einde of begin
’t Is hier jagen, ’t is hier rennen
soms loopt ze zichzelf voorbij
als een metro zonder remmen
in een race tegen de tijd
ze is soms lief en soms vervreemding
ze stoot me af, ze trekt me aan
ze neemt me bij haar in bescherming
dan wil ik nooit bij haar vandaan
Ik loop verloren door de straten
er valt wat malse regen neer
Ik voel me plots triest en verlaten
heb ik hier dan geen vrienden meer
mijn stappen leiden naar de kade
want in mijn hart stroomt een rivier
daar rusten de vermoeide aken
ze varen nooit meer uit van hier
ooit was dit haar drukste ader
die droeg de zwaarste lasten mee
nu droomt alleen het vuile water
van reizen naar de open zee
Ik loop verloren door de straten
maar weet zelf niet waarheen ik wil
ik loop wat in mezelf te praten
en in mijn hart wordt het heel stil