Zondagskind

ZONDAGSKIND
(P. Grosz / T. Lootens / J. Verminnen)

De hemel straalde blauw
toen een man in het wit
je in de julimaand
op de wereld hielp
Een vogel zong bij 't raam
voor jou een zomers lied
Het was je aan te zien
Jij was een zondagskind
De ogen van je mama lachten blij
Voor jou zal het steeds zondag zijn
Thuis wachtte ik op jou
Alles was nagelnieuw
en toen je eind'lijk sliep
Toen kwam de buurvrouw zien
De lerares op school
leidt jou de wereld in
Zij, je vriendin, je gids
en jij haar troetelkind
en elk jaar komt er weer een kaarsje bij
voor jou zal het steeds zondag zijn

Op elke vraag die je stelt
komt een antwoord dat telt
omdat ik zelf nooit één kreeg
en mijn vader toen zweeg
dus geloof me nu maar vrij
voor jou zal het steeds zondag zijn.

Er zullen vrienden zijn
en zomers zonder eind
En bij die blauwe zee
een zon die altijd schijnt
En plots die ene vriend
die jou het einde vindt
de liefde die je hart
zo opeens verblindt
En die nacht aan het strand
de wijde oceaan
jij die je vragen stelt
hoe alles nu moet gaan
En dan die kamer met
de koffie aan je bed
Bloemen alleen voor jou
op tafel neergezet
Daarna komt er misschien
een groot verdriet
Voor jou tellen tranen nog niet

Er komt vreugde, verdriet
en ik hoop dat een kind
je de wereld doet zien
als een eind'loos begin
dus geloof me nu maar vrij
voor jou zal het steeds zondag zijn. (3x)