Zoveel teveel
ZOVEEL TEVEEL
(J. Verminnen)
Er is de man met weinig hoop
met een aktentas en een salaris
Met een huis op afbetaling
En met twee kinderen, een meisje en nog een meisje
en hij had altijd al zo graag een jongen gehad
Er is de vrouw met slappe borsten
en veel zorgen en een boodschappentas vol voedsel
Met een man op afbetaling
En met twee kinderen, een jongen en nog een jongen
en ze had altijd al zo graag een meisje gehad
REFREIN
Er is zoveel, er is teveel
Er is zo veel, zoveel teveel
(bis)
Er is de jongen met de rozen
met een vader die stikt in het geld
met een toekomst vast verzekerd
En met twee vriendinnen, een mooie en nog een mooie
en hij had altijd al zo graag één lieve gehad
Er is de vader met het geld
en met een buik en een hartkwaal
Met een fabriek in zeven landen
En met slechts twee zwakheden, een vrouw en een maîtresse
en hij had altijd al een avond zo graag alleen geweest
En er is mijzelf en het bord voor mij op tafel
gevuld met alles wat ik het liefste lust
Er is de kachel die snort en de hond die snurkt
En alles loopt prima zogezegd met het zingen en met mijn lief
En steeds vind ik iets om me druk in te maken
Want er is de wereld van de mensen
die rolt en tolt om me heen
Er zijn de ruzies, de vetes, de intriges
De kleine onhebbelijkheden in mijn werk, in mijn leven.
En ik zou zo graag met mijn hond willen ruilen.