De Nacht
DE NACHT
(T. Lootens / J. Verminnen)
Als de nacht als een deken
over daken valt
de televisie als kachel
in huiskamers brandt
als de muur van mijn kamer verpletterend kijkt
ga ik buiten, heradem
maakt de nacht mij vrij
als er weemoed als kanker
aan mijn botten knaagt
net als een sax die heel klagend
tegen sterren praat
dan loop ik door straten
gewoon nergens naartoe
laat de muziek in mij zingen
en word ik het nooit moe … de nacht ……
Als de stad als een duister
maar machtig woud
haar geluiden zacht fluistert
me in haar armen houdt
dan ken ik geen slaap meer
dan ken ik geen rust
laat de muziek in mij zingen
en noem dat geluk
als de wereld weer opstaat
en de drukte plots ontwaakt
de metro parfums van aftershave binnenlaat
als de kaarten gedeeld zijn op de ochtendtrein
blijft er van mijn muziekje
alleen nog het refrein … de nacht ……