De nacht in feest
DE NACHT IN FEEST
(J. Verminnen)
Met nachtraven, nachtvlinders
hielden wij de nacht in feest
met hels lawaai en glasgerinkel
zijn we voor een paar uur rijk geweest
We zongen onze longen leeg
en brulden onze stemmen hees
maar bier op wijn smaakt naar venijn
zo had het voor mij toch de schijn
maar ja, ik was op zwier
Zo ontmoette ik Jan Alleman
vooral hij die ’t vertellen kan
hoe alles moet veranderen
niet hijzelf maar de anderen
al die anderen
Doch ook hij was aan slapen toe
voor daden was hij veel te moe
immers bier op wijn smaakt naar venijn
zo had het voor mijtoch de schijn
maar ja, hij was op zwier
De kroegbaas werd onze beste vriend
omdat hij teveel op ons verdient
’t was voor de lieve centen, centen, centen, centen, centen
dat hij ons goed verwende
te goed verwende
Zijn deur sloeg immers keihard dicht
toen de morgen kwam scheen fel morgenlicht
op ons vermoeide aangezicht
en de morgen was verschrikkelijk
de morgen onverbiddelijk
de morgen was geen feest