De Vleugels van de nacht
DE VLEUGELS VAN DE NACHT
(J. Verminnen)
Als een deken valt de nacht
over huizen neer
En de maan die schijnt zo zacht
Pieker nu niet meer
Ben je moe van te veel werk
val dan maar in slaap
Want wie zwak is wordt weer sterk
als de dag ontwaakt
Als een deken valt de nacht
op de mensen neer
Wat de dag ook heeft gebracht
niets dat ons nog deert
Ach lief zo zoet en zacht
jij bent niet alleen
Op de vleugels van de nacht
vlieg ik met jou mee
Als een deken valt de nacht
op jouw schouders neer
En hij houdt jou in zijn macht
jij hebt geen verweer
Ik blijf tot de maan verdwijnt
heel de tijd bij jou
Laat mijn droom de jouwe zijn
tot het ochtendblauw
Ach lief zo zoet en zacht
jij bent niet alleen
Op de vleugels van de nacht
vlieg ik met jou mee (bis)